Terugblik Familieavond Hotelouders

Na bijna twee jaar, was onlangs weer de eerste fysieke familieavond. Het was fijn weer zoveel mensen te kunnen ontvangen en na afloop ervaringen uit te wisselen.

De groep Hotelouders

Tineke Pannebakker is maatschappelijk werkster en POH-GGZ. Samen met een collega richtte ze de groep ‘Hotelouders’ op. Dit was naar aanleiding van veel vragen van ouders die ze in de praktijk tegen kwam. Het gaat om kinderen van boven de 18 jaar die vaak geen baan, geen geld en geen vrienden hebben. Soms is er sprake van geweld. Er zijn acht bijeenkomsten waarin eerst een inventarisatie wordt gemaakt wat het probleem is en welke ingeslepen patronen de situatie in stand houden. Ouders en kind zitten vast in de situatie: ouders geven toe omwille van de lieve vrede en het kind is meestal niet gelukkig met de status quo, al voelt het wel veilig.

Er spelen soms dingen mee als huiselijk geweld, diagnoses of verlies. Ouders doen alles voor hun kind uit een soort schuldgevoel om het leed te compenseren. Bij veel hotelkinderen is de ontwikkeling vertraagd door (zelf)bescherming vanwege een onveilige situatie. Ze puberen dan op latere leeftijd, als het veilig is. Sommige vaardigheden moeten dan alsnog aangeleerd worden. Angst houdt de ontwikkeling tegen en men blijft hangen in de situatie zoals die is. Ouders moeten zelf veranderen om beweging in de situatie te brengen. Kinderen zijn vaak niet in staat dit zelf te bewerkstelligen en lijken zelfs tevreden met de situatie.

Een hotel is dienstverlenend en biedt onderdak tegen betaling. Ouders moeten bewegen van gratis bediening naar samenleven: van hotel naar huis. De hoteloudergroep biedt ook psycho-educatie en tips, hulp bij zoeken naar ondersteuning vanuit de gemeente, contact met de wijkagent en huisvesting en helpt uit te zoeken wat je rechten zijn als ouders. Na de acht bijeenkomsten blijft begeleiding mogelijk als dat nodig is.

Ervaringsverhaal

Een ervaringsdeskundig ‘hotelkind’ vertelt vanuit eigen ervaring hoe het is om in de hotelsituatie te zitten. Al jong was hij in behandeling, ontwikkelde PTSS vanwege huiselijk geweld. Hij ging al jong uit huis, maar woonde zo dicht bij zijn ouders dat moeder alle zorg op zich nam. Hij gebruikte een tijd veel drugs en was vier jaar in behandeling vanwege een bipolaire stoornis. Toen de behandeling stopte weigerde moeder hem te helpen als hij dakloos zou worden. Dit was voor hem de prikkel om de regie zelf in handen te nemen, voor zichzelf te zorgen en volwassen te worden. Moeder had jarenlang gehandeld vanuit schuldgevoel vanwege het huiselijk geweld. Hij geeft aan dat het soms nodig is ‘de bodem te raken’ om in beweging te komen. Uit een onderzoek dat hij deed bleek dat het omschakelpunt lag bij het moment van zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf. Inmiddels is hij heel goed in staat zijn leven vorm te geven. Het kan dus echt goed komen!

“Hetzelfde over en over blijven doen en een ander resultaat verwachten”
(Einstein: definitie van krankzinnigheid)

Vaak wordt er een aanmelding gedaan bij de ggz, maar daar zijn de wachttijden lang. De ggz hoeft ook niet de beste plek te zijn. Jeugdwerkers kunnen soms veel doen om angst en depressie aan te pakken. Ook Kompassie doet veel aan wachttijdondersteuning.

Vragen van aanwezigen

Zijn er culturele verschillen bij deze problematiek?
In diverse culturen speelt schaamte een grote rol en ook de overtuiging dat een kind thuis mag wonen tot het huwelijk. Het probleem is niet beperkt tot een bepaald milieu. De hulp is echt op maat. Er wordt gekeken wat de individuele ouders nodig hebben.

Wanneer kan een kind zelfstandigheid en verantwoordelijkheid aan?
Bij elke leeftijd past een bepaalde vorm van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Kijk wat een kind aankan en maak daarin stapjes. Een kind moet gevoel hebben dat het ertoe doet en daardoor kunnen groeien. Dit gaat schoksgewijs. Er is trots nodig om te kunnen groeien. Er is een groot grijs gebied tussen ‘alles voor een kind doen’ en ‘uit huis zetten’.

Hoe weet je wat een kind nodig heeft?
Ga het gesprek aan. Als er sprake is van mishandeling door een kind, vraag dan aan beiden wat ze nodig hebben. Er is ook hulp voor KOPP/KOV. (Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problematiek/ Kinderen van ouders met Verslaving)

Wat te doen als een kind geen hulp wil?
Een mogelijkheid is dat je hem/haar een brief schrijft waarin je aangeeft wat je gaat veranderen. Het is heel belangrijk dit ook werkelijk te doen en het niet bij woorden te laten. Anders bevestigt dit het kind in de gedachte dat alles bij het oude kan blijven.

 Welk hulp is er naast de Hoteloudergroep?

  • Haags steunsysteem psychiatrie, de Haagse werktafel, voor hulpverleners en cliënten
  • Indigo, preventieve hulp door o.a. allerlei trainingen
  • Youz heeft allerlei preventiegroepen o.a. met betrekking tot verslaving
  • Er zijn allerlei brussengroepen
  • Elke wijk in Den Haag heeft opvoedondersteuning vallend onder Servicepunt XL
  • Kompassie biedt mantelzorgondersteuning in de vorm van familiecoaching

Cruciaal is de gedachte dat als je accepteert dat je kind niet verder komt, het ook niets wordt. Verandering in aanpak kan triggeren om te leren het leven te gaan leiden en niet te lijden.