Column huisarts Joost Zaat over depressie
Column Huisarts Joost Zaat
De ‘ziekte’ depressie bestaat misschien wel niet
Elk jaar is Blue Monday, de derde maandag van januari, een haakje in de media om verhalen over somberheid te vertellen. Sinds vier jaar is er zelfs een heus Depressiegala. Dat feestje maandagavond moet aandacht voor ‘de ziekte depressie’ opleveren en het stigma verminderen. Ik snap dat obsessieve verlangen naar nog meer inzet van geld en ‘destigmatisatie’ niet. De organisatoren schatten bij navraag de netto-opbrengst van het gala maandagavond op van zo’n €3000. Die ‘fooi’ gaat dan naar 113online. Een uitverkocht Carré levert theoretisch €61.460 op bij €35 per kaartje. Hoeveel geld bij de eerdere gala’s is opgehaald gaat de stichting pas ná dit gala vertellen.
In mijn spreekkamer merk ik nooit wat van die opgetutte gala’s. Op sommige dagen trekt een stoet sombere patiënten langs mijn bureau. Ik luister en bemoedig. Soms geef ik een pil. Kanker, een gebroken been, diabetes. Die kun je zien of meten. Bij een depressie gaat het om gevoel en daar moet je dus naar vragen.
Depressie is een verzameling symptomen waarvan dokters denken dat ze op een gemeenschappelijke kern berusten, op ‘een ziekte met een of meerdere oorzaken’. Het officiële DSM-stempel ‘depressie’ krijg je als je somber bent of duidelijk minder zin in dingen hebt of daar minder plezier aan beleeft. En dan moeten er nog een aantal andere zaken zijn zoals te veel of juist te weinig slapen, aankomen of juist afvallen, opgewonden of juist teruggetrokken zijn.
De dokter telt symptomen op; bij 5 heb je een depressie. Hoe je ‘slecht doorslapen’ moet optellen bij ‘aankomen’ heb ik nooit begrepen. Alle 280 verschillende vragenlijsten om een depressie vast te stellen meten wat anders, afhankelijk van het idee dat opstellers hadden over de oorzaak.
Gelukkig ben ik niet de enige die dat optellen en aftrekken van symptomen onzin vindt. Eiko Fried, een Leidse onderzoeker, keek twee jaar geleden of de 52 symptomen in de zeven meest gebruikte vragenlijstjes een beetje met elkaar overeenkwamen. Dat viel tegen. Ze meten allemaal wel somberte en ook wel of je moe bent, minder eetlust hebt of slecht slaapt. Maar daar hield het ook mee op.
Toen hij in een grote groep depressievelingen naar de samenhang tussen 28 verschillende symptomen keek, bleken somberheid en nergens zin in hebben de kernsymptomen maar voor de rest zat er weinig samenhang in alle klachten. Ieder beleeft zijn somberheid op zijn eigen manier.
We moeten dus af van de verhullende classificatie ‘depressie’. Die is vooral bedoeld als betaaltitel. We moeten naar een echte ‘diagnose’: mevrouw de Winter is somber, ze slaapt moeilijk in, kan zich nog wel concentreren en eet te veel. Dat is een ander probleem dan mijnheer Herfst die weinig zin in dingen heeft, afvalt en juist heel vroeg wakker wordt en suïcidaal is. Het is idioot te denken dat je hen allebei protocollair hetzelfde moet behandelen. Bij het ontbreken van een ‘ziekte’ en substantiële opbrengst kan volgend jaar dat gala ook wel achterwege blijven.
Volkskrant, 21 januari 2019