Het steunpunt in beeld
Kompassie is al 25 jaar actief voor mensen in Den Haag met een psychische kwetsbaarheid en hun naasten. Kompassie biedt een breed scala aan projecten. De basis is altijd het informatie- en steunpunt geweest waar bezoekers langskomen voor een luisterend oor of hulp bij praktische (regel)zaken. Jimi, junior steunpuntbegeleider, en Mariam, steunpuntvrijwilliger, vertellen over hun werk op het steunpunt.
Wie zijn Mariam en Jimi?Mariam: “Ik kom nu al zo’n 1,5 jaar bij Kompassie. Ik ben ooit door mijn huisarts verwezen en heb hele fijne gesprekken gehad op het steunpunt. Door de activiteitencoach van Kompassie ben ik in het vrijwilligerswerk bij Kompassie gerold. Ik heb 30 jaar in de mode gewerkt. Ik werk nu als steunpuntvrijwilliger.” Jimi: “Ik begon 1,5 jaar geleden als stagiair bij Kompassie en werk inmiddels als junior steunpuntbegeleider. Ik kom uit een hele andere werkomgeving en heb een bedrijfskundige achtergrond. Door mijn eigen mantelzorgervaring kreeg ik liefde voor de zorg. Ik heb toen een opleiding tot agogisch medewerker gevolgd en kwam tijdens mijn stage bij Kompassie terecht. Dit werk past precies bij mij, het voelt als een verlengstuk van mijzelf.” |
Wat is het steunpunt voor jullie?
Jimi: “Het steunpunt is voor mij een plek waar op een gelijkwaardige manier ondersteuning geboden wordt en waarbij het woord compassie de voertoon is. Kompassie tonen naar iemand anders. Je moet je hier kunnen inleven in de leefwereld van de ander.”
Mariam: “Bij Kompassie komt iedereen, alle lagen van de bevolking. Er komen ook mensen die een bedrijf hebben gehad of goede posities. Maar niemand beoordeelt je. Je kunt jezelf zijn. Dat zie je ook bij collega-vrijwilligers. Iedereen heeft zijn ding, iedereen draagt bij om te helpen.”
Wat doen jullie bij op het steunpunt?
Mariam: “Wat ik doe is luisteren, helpen met de hulpvraag en verwijzen als dat nodig is. Ook overleg ik regelmatig met de steunpuntbegeleiders die ons bijstaan. Wat ik merk is dat ik mij kan inleven in mensen. Ik heb geen oordeel omdat ik zelf ook bagage heb. Ik ga zoveel mogelijk blanco het gesprek in en probeer te helpen om prioriteiten te stellen. Soms kom je schrijnende situaties tegen. Dan denk ik echt weleens: hoe gaan we dit oplossen? Maar ik heb geleerd dat je echt tot een oplossing kunt komen. Door echt te luisteren of hulp te vragen bij een van de steunpuntbegeleiders. Dat heb ik nu veel meegemaakt en dat vind ik heel fijn.”
Jimi: “Mijn primaire rol is om waar nodig de vrijwilligers te ondersteunen. Ik ben het eerste aanspreekpunt als het lastiger wordt. Dat kan gesprekstechnisch zijn of inhoudelijk. Soms help je even iemand op weg om prioriteiten stellen of een snelle structuur aan te brengen voor het gesprek. Soms komen bezoekers op een hoog stressniveau binnen. Daarom beginnen we soms eerst een gesprek over ‘koetjes en kalfjes’ en geven ruimte om te ventileren. Ze kunnen eerst de stress van zich af praten. Dan is er vervolgens ruimte om wat breder te kijken en snappen bezoekers beter waar we naartoe willen. Zij zien dan net als wij het bredere plaatje.”
Wat komen jullie het meest tegen?
Beiden roepen meteen: “Schulden, dat is het grootste probleem. Mensen zijn vaak in de problemen gekomen na corona. Onze bezoekers zijn niet altijd in staat om het te overzien en de oplossingen gelijk toe te passen.”
Mariam: “De situatie is soms ver uit de hand gelopen als mensen komen. Er zit een hoop schaamte bij waardoor mensen niet gelijk hulp zoeken. Bezoekers hebben het gevoel dat er over hen geoordeeld wordt, maar dat doen we juist niet. We willen heel graag dat mensen goed geholpen worden. Het is niet zo’n makkelijke tijd voor veel mensen. Ik merk dat de hulpvragen heftiger worden.”
“Het mooiste is als bezoekers opgelucht weer naar buiten gaan”
Wat geeft jullie energie?
Mariam: “Als ik bezoekers zie die blij en dankbaar zijn als we ze geholpen hebben. Dat geeft mij energie en helpt mij ook in mijn herstel.”
Jimi: “Het is zo’n fijn gevoel als je ziet dat het lukt. Je ziet mensen met de stress op hun gezicht binnenkomen. Als je iemand goed kunt helpen en je ziet het verschil aan het begin van de afspraak en als iemand het gesprek verlaat. Die gezichtsuitdrukking, verbaal en non-verbaal en alle vormen van communicatie die uitstralen ‘’opluchting”. Dat is echt niet normaal, dat is iets wat ik nooit heb meegemaakt bij eerdere werkgevers. Dat is iets wat ik echt niet kwijt wil.”
Mariam vult enthousiast aan: “Ik heb dat zelf ook meegemaakt toen ik bij Kompassie kwam voor hulp. Ik was in therapie, dat was even gestopt en ik moest best wel lang wachten. Mijn huisarts zei: ga hiernaartoe. Ik moest echt wel even over een drempel heen. Na een paar dagen heb ik gebeld en toen kreeg ik een heel leuk iemand aan de telefoon en ik heb verteld over de situatie. Toen kwam ik bij vrijwilliger Heije en dat was zo’n verademing dat er iemand naar je luisterde. Daar kon ik echt de hele week op teren. Ik zat helemaal vol. Dan ging ik hier opgelucht weer weg. Dat is heel fijn dat je gewoon even je ei kwijt kunt.”
Wat betekent Kompassie voor jullie?
Mariam: “Er voor elkaar zijn. Wie je ook bent, of je nu de taal spreekt of niet. Er wordt geen onderscheid gemaakt. Het maakt niet uit. Saamhorigheid vind ik heel erg belangrijk en geen oordeel vellen. We gaan er blanco in, dat is voor mij echt Kompassie.”
Jimi: “Eensgezindheid. Het gevoel dat je altijd mensen naast je hebt staan. Je hoeft je niet alleen te voelen hier. Als het moeilijk wordt is er altijd iemand die met je mee komt kijken. Of je nu vrijwilliger bent of begeleider. Ik voel mij ook door mijn collega’s hartstikke gesteund. Wat voor mij ook Kompassie is, het is een plek waar Jimi echt Jimi kan zijn. Ik heb altijd maskers op gehad bij andere werkgevers. Ik kon niet mijn ware gezicht laten zien. Je mag hier gewoon kwetsbaar zijn of excited. Ik mag op mezelf vertrouwen. Dat is zo prettig, dat is voor mij Kompassie.”
Mariam knikt bevestigend: “Je kunt hier jezelf zijn. Als je even je dag niet hebt, dan kan dat.”